Mijn naam is Annette Groen.
Wie ben ik? Wat beweegt mij?
Het zijn vragen die ik mezelf al van jongs af aan stel.
Geboren met een lichamelijke beperking leerde ik vroeg om te compenseren met mijn geest.
Een slim, stoer bijtertje — niet altijd geliefd, maar met een sterke wil.
Ik vond veiligheid in stilte, op mijn kamer, waar ik mijn gevoelens kon uiten op papier.
Schrijven, tekenen, schilderen, werken met kralen, hout, glas of emaille: alles was een vorm van spreken zonder woorden.
Als jongvolwassene keek ik dagenlang naar mijn schilderijen om te begrijpen hoe het met mij ging.
Mijn onderbewuste sprak in kleur.
Ik noemde dat proces “dweilen” — een manier om mezelf te zuiveren.
Hard voor mezelf, vaak ook voor anderen, maar altijd op zoek naar waarheid.
Door mijn eigen werk te vertalen, leerde ik lachen, huilen en begrijpen wie ik was — en nog steeds ben.
Toen mijn kinderen klein waren, vond ik plezier in het delen van creativiteit: lesgeven, decors bouwen, tentoonstellingen inrichten, muren beschilderen met kastelen, feeën of paarden — wat de kinderen maar wilden.
Geen knuffelmoeder, wel dichtbij.
Het jaar waarin alle kinderen tegelijk uitvlogen, werd een jaar van groot loslaten.
Weduwe, Empty nest en Grootmoeder — samen vormden ze het woord WEG.
Een woord dat zowel afwezigheid als beweging in zich draagt.
In één seizoen verschoof alles:
wat mij ooit definieerde, viel weg,
en iets stillers, ruimer, begon zich te ontvouwen.
Grootmoeder worden voelde als een aankomst én een afscheid —
een zacht loslaten van mijn eigen jeugd,
en het begin van iets tijdloos in mij.
Ik begon opnieuw te schrijven, om ruimte te maken in mijn hoofd en hart.
Langzaam keerde ook de drang om te schilderen terug.
De stilte en rust die ik nu ervaar, geven me dagelijks inspiratie.
Mijn schilderijen zijn de kleuren van mijn leven – in gevoel, emotie en beweging.
My name is Annette Groen.
Who am I? What moves me? 
These are questions I've been asking myself since I was young.
Born with a physical disability, I learned early to compensate with my mind. 
A smart, tough little biter—not always loved, but strong-willed. 
I found safety in silence, in my room, where I could express my feelings on paper. 
Writing, drawing, painting, working with beads, wood, glass, or enamel: everything was a form of speech without words.
As a young adult, I spent days looking at my paintings to understand how I was doing. 
My subconscious spoke in color. 
I called that process "mopping" —a way to purify myself. 
Hard on myself, often on others as well, but always in search of truth.
By translating my own work, I learned to laugh, to cry, and to understand who I was—and still am.
When my children were little, I found joy in sharing their creativity: teaching, building sets, arranging exhibitions, painting walls with castles, fairies, or horses—whatever the children wanted. 
No hugging mom, but close by.
The year all the children flew the nest at once became a year of great letting go.
Widow, Empty Nest, and Grandmother — three life transitions that, together, formed the word GONE.  -In Dutch, the first letters form the word “WEG”, meaning “GONE” — a word that holds both absence and direction.A word that speaks of loss, yet also of movement. -
In a single season, everything shifted:
what once defined me fell away,
and something quieter, more spacious, began to unfold.
Becoming a grandmother felt like both an arrival and a farewell —
a gentle letting go of my own youth,
and the beginning of something timeless within me.
I started writing again, to create space in my head and heart. 
Slowly, the urge to paint returned. 
The silence and peace I now experience inspire me daily.
My paintings are the colours of my life – in feeling, emotion and movement.