Teksten/Verhalen

 

 

Over deze verhalen

Mijn verhalen ontstaan net als mijn schilderijen — uit een innerlijke stroom die ik niet bedenk, maar volg.
Soms zijn ze herinnering, soms verbeelding, maar altijd een weerspiegeling van iets wat door mij heen wil spreken.
Ze gaan over leven, liefde, ouder worden, humor, verlies en de stille groei van bewustzijn.
Ik schrijf niet om te verklaren, maar om te luisteren naar wat zich wil laten horen.

Elk verhaal ademt in dezelfde taal als mijn schilderijen.

 

About these stories

My stories arise the same way my paintings do — from an inner flow I don’t invent but follow.
Sometimes they are memory, sometimes imagination, yet always a reflection of something that wants to speak through me.
They touch on life, love, aging, humor, loss, and the quiet unfolding of awareness.
I don’t write to explain, but to listen to what wishes to be heard.

Each story breathes in the same language as my paintings.

 

 

 

 

De zin van onzin versus de onzin van de zin.

 

Waarschijnlijk onleesbaar, maar ontegenzeggelijk nodig dit onbewimpeld ongezouten te zeggen, nadat ik ongelimiteerd veel, op onfatsoenlijke wijze ongevraagde en ongeoorloofde adviezen krijg over mijn ongerepte tuin.

Onvoorwaardelijk en onbaatzuchtig laat ik de natuur haar gang gaan, ja onverdroten ... ... het blijft onaangetast..

Ik blijk daardoor onaangepast en zelfs onverantwoordelijk om ongegeneerd, lui op mijn gat te kunnen genieten van deze ongeëvenaarde weelde. Het schijnt ongans en ongelikt te zijn .

Ongelofelijk hoe ontevreden, onverdraagzaam en onhebbelijk men hierop reageert. Ongeciviliseerd en ongepast naast al die onderhouden tuinen. Ja….., je zou bijna kunnen zeggen onmenselijk.

Onverzorgde, onduidelijke tuinarchitectuur. Onbegrijpelijk !!! Een reden om onbetrouwbaar bevonden te worden. Onbekwaam en onevenwichtig als mens. Sterker nog….een onverlaat .

Op onverklaarbare wijze, voelt men onraad, onbehagen en wordt onpasselijk van mij en mijn tuin. Het is menselijk om te snoeien, te kappen, te ontginnen, te verdelgen en te controleren wat de natuur ons geeft. Onnatuurlijk gestileerde tuinen ontdaan van natuurlijke groei. Wild is ongewild. Onverholen, onversaagd, onverhoeds duikt het onnodige onkruid steeds weer op. Onbestemd, onberaden, onverschrokken zal het zijn weg blijven vervolgen .

On is niet?

Onkruid is niet een kruid?

Een plant? Een bloem? Een gewas?

Is onkruid niets?

Is de natuur onmenselijk?

Is de mens onnatuurlijk?

Wat is natuur?

Wat is de mens?

Wat is de zin?

Wat is zin?

Wat is onzin?

 

Probably unreadable, yet undeniably necessary to say — bluntly and unfiltered —
after an unlimited number of indecent, unsolicited and inappropriate suggestions
about how I should “civilise” my untouched garden.

Unconditionally and selflessly, I let nature take its course.
Yes, unrelentingly… it remains untouched.

Apparently, that makes me unadapted —
and even irresponsible — to shamelessly, lazily enjoy
the unmatched abundance of this wild garden.
It seems improper. Unrefined.

Unbelievable how dissatisfied, intolerant and unpleasant
people can be about it.
Uncivilised and inappropriate next to all those “well-maintained” gardens.
Yes… one might almost call it inhuman.

Unkempt, unclear garden design.
Incomprehensible!
Reason enough to be considered unreliable, unbalanced —
or worse… an outcast.

In some unexplainable way,
people sense unease, discomfort, even disgust
towards me and my garden.
It seems human to prune, to cut, to cultivate,
to destroy and control what nature gives us.

Artificially styled gardens, stripped of natural growth —
wild has become unwelcome.
Unhidden, unashamed, unexpected,
the unnecessary weed keeps reappearing.
Undefined, undeterred, unafraid,
it continues its own way.

“Un” is not?

Is a weed not an herb?
A plant? A flower? A being?

Is weed nothing?
Is nature inhuman?
Is humanity unnatural?

What is nature?
What is human?
What is sense?
What is nonsense?

 

Short English introduction (for your painting page):
This text was written after countless unsolicited remarks about my wild garden.
It’s a playful protest — a reflection on how we try to control what is already perfect.

Nature doesn’t need our approval. It simply grows.

 

 

 

 

 

Mijn zoon gaat dansen !!!

 

“Mam, ik wil op Bulgaars dansen !” 


“Tuurlijk, dat is echt iets voor jou.” Ondertussen denk ik: “Wat heeft dat kind toch altijd vreemde fantasieën.” Max houdt niet van sport. Hij vertelt steeds weer: “Iedereen wil winnen, niemand doet het voor zijn plezier. Ook doen de jongens stoer. Ze schoppen, slaan, doen vervelend tegen meisjes of kinderen die er anders uitzien.  Ik wil gewoon niet op sport!” 

Na het debacle van zijn voetbalcarrière, voel ik dat ik moet afwachten. Misschien komt Max zelf wel met iets sportiefs. Helaas moeten we al lang wachten. 

Sinds een paar weken hoor ik hem praten over Bulgaars dansen. Ik luister en luister tegelijkertijd ook niet. Op You Tube zie ik hem kijken naar Bulgaars dansen. “Kom eens kijken Mam! Dat wil ik gaan doen.” Ik lach en zeg: “Leuk, zo’n filmpje.” Weer reageer ik er niet op. Ik zie dat hij lastig begint te worden. Ik zie niet dat hij in feite radeloos wordt. Zijn moeder hoort hem, maar luistert niet. 
Max geeft mij een brief en vraagt mij deze in te vullen. Ik leg de brief even weg en vergeet het hele bestaan van deze brief. Mijn man houdt ervan alle rondslingerende paperassen weg te gooien, en zo verdwijnt deze brief ook. Max vraagt naar de brief, maar niemand reageert. Nou ja, geïrriteerd wordt er gezegd dat alle “troep” wordt weggegooid. Max loopt weg en blijft lastig. Achteraf weet ik, dat hij ten einde raad moet zijn geweest. Hoe krijgt hij zijn ouders aan het verstand gepeuterd, wat hij echt graag wil? 
Uiteindelijk komt Max op maandagmiddag met een nieuwe brief in zijn hand. “Mam, ik wil dat jij hem NU voor mij invult. Ik WIL morgen auditie doen en jij gaat met mij mee!”, zegt hij zeer gedecideerd. Pas op dat moment gaat bij mij een enorm grote Willie Wortel lamp gloeien. Hoe had ik zo blind kunnen zijn ? Hoe heb ik hem zo kunnen negeren ? Ik besef dat volksdansen niet in mijn persoonlijk woordenboek voorkomt. Ik schaam me. Ik, die altijd denk voor alles open te staan. Ik kan wel huilen ! Dit jongetje dat “anders” is, op school wordt gepest en toch altijd zichzelf blijft. Wij bewonderen hem omdat hij geen slachtoffer is, maar stug zijn eigen weg blijft volgen. Zelfs zijn eigen moeder heeft niet goed naar hem gekeken en geluisterd ! 
Hij is enorm zenuwachtig voor de “auditie”……..maar hij gaat ervoor. Ik ga mee. Samen met een aantal ouders krijgen we te horen wat deze auditie inhoudt en wat de plannen vervolgens zullen zijn. Ik denk:”Mijn God, waar sleept Max me allemaal in ? Dit hele idee staat zover van me af.” Als we klaar zijn met de presentatie over Zarowe, gaan we nog even de zaal in om naar de kinderen te kijken. Ik zie mijn zoon. Hij is intens gelukkig. De “juf” vertelt dat ze moeten leren samenwerken. Jongens en meisjes leren samen dansen, elkaar te respecteren én eventuele ruzies op te lossen. Op dat moment voel ik een brok in mijn keel. Ja, Max is thuis gekomen….. 
Dit is wat hij zoekt. 
Ik geef in de zaal naast Zarowe les. Vooraf check ik altijd even de kleedkamers. De hele Zarowe-ploeg zit in één van mijn kleedkamers te vergaderen over de audities. Esther herkent me en vraagt wie ik ben. Ik vertel dat ik de moeder ben van Max Groen en nu in deze zaal ga les geven. “Max ? Wat vinden wij van Max?”, zegt Esther. In koor wordt er geroepen: “Die is zonder meer door! Vertel hem dat maar.” 
Ik bedank iedereen, voel weer een brok in mijn keel en sluit snel de deur van de kleedkamer. Ik huil, zo blij voor Max. 

Max geeft zich helemaal, hij heeft zelf gevonden waar hij naar op zoek was. Sportiviteit en humaniteit in één. We zien hem groeien en bloeien. Nu al !!! 
Bedankt.

 

My Son Is Going to Dance!

 

“Mum, I want to do Bulgarian dancing!”

“Of course, that sounds just like you,” I say — while thinking, What strange ideas this child always has.
Max doesn’t like sports. He keeps telling me, “Everyone wants to win. Nobody does it for fun. The boys act tough — they kick, hit, and tease girls or kids who look different. I just don’t want to do sports!”

After the failed football episode, I know I have to wait. Maybe Max will come up with something active on his own.
But we’ve been waiting a long time.

For the past few weeks, I’ve heard him talk about Bulgarian dancing. I listen… and at the same time, I don’t.
On YouTube, I see him watching Bulgarian folk dance videos.
“Come look, Mum! That’s what I want to do.”
I smile and say, “Nice video,” but don’t react.
I can see he’s getting frustrated — I don’t realise he’s actually desperate.
His mother hears him, but doesn’t listen.

Max gives me a form to fill in. I put it aside and forget about it completely.
My husband, who loves throwing away stray papers, tosses it out as well.
When Max asks for the form, no one responds.
Annoyed, we mumble something about “all that clutter being gone.”
Max walks away, upset. Later I realise he must have felt utterly hopeless.
How could he possibly make his parents understand what he truly wanted?

Finally, on a Monday afternoon, Max shows up with a new form in his hand.
“Mum, I want you to fill this in now. I’m doing the audition tomorrow, and you’re coming with me!” he says, determined.
And that’s the moment when the light finally goes on — a huge Willie Wonka-style bulb in my head.
How could I have been so blind?
How could I have ignored him like that?
I realise that folk dancing simply doesn’t exist in my vocabulary.
And I feel ashamed.
I, who always think I’m open-minded, could cry.
This boy — so unique, bullied at school, yet always himself — we admire him for never playing the victim, for walking his own path.
And even I, his mother, failed to truly see and listen to him.

He’s nervous for the audition, but he goes for it.
I go with him.
Together with other parents, we listen to what the audition involves and what the plans are.
I think: Dear God, what is Max getting me into?
This whole world feels so far from mine.

After the presentation about Zarowe, we go into the hall to watch the children dance.
And there he is — my son — radiant, happy.
The teacher explains that they’ll learn to cooperate, that boys and girls will dance together, learn respect, and resolve conflicts.
At that moment, I feel a lump in my throat.
Yes, Max has come home.
This is what he’s been looking for.

I teach in the hall next to Zarowe. Before class, I always check the dressing rooms.
The whole Zarowe team is there, discussing the auditions.
Esther recognises me and asks who I am.
I tell her I’m Max Groen’s mother, and that I’m teaching in the next hall.
“Max?” Esther asks. “What do we think of Max?”
In chorus, everyone shouts: “He’s absolutely in! Tell him that!”

I thank them, feel the lump in my throat again, and quickly close the door.
I cry — so happy for Max.

Max has found what he was looking for — a place where sport and humanity meet.
We see him growing and blossoming.
Already.

Thank you.

 

 

 

 

 

Eenzaamheid in weelde.

 

Een bloedmooie, arrogante vrouw was ze, die van controle, macht en drama hield. Met de afbraak van haar uiterlijke schoonheid, nam haar overtuigingskracht af. Manipulatie, verleiding en bedrog hebben uiteindelijk tot haar isolement geleid. De eens zo destructieve narcistische Helena zit op de bank. Ze beweegt moeilijk, is oud, moe, eenzaam en depressief.

Al jarenlang is de zitbank haar beste vriend. Niemand kent haar nu beter dan deze oranje corduroy bank. Vanaf deze plek ziet ze haar hele wereld. De drie katten, Figaro, Persua en Brahms genieten zichtbaar van Helena's gezelschap. Altijd zijn zij bij haar in de buurt.

Het huis waarin Helena woont is een klein houten huisje midden in de bossen. De omgeving bestaat voornamelijk uit grof dennenbos. Omstreeks 1850 werd veel bos gekapt, omdat het gebied als militair oefenterrein in gebruik werd genomen. Er ontstonden daardoor zandverstuivingen. Hier en daar zijn wat heiderestanten en loofbosjes. In de nabij gelegen leemputten vind je een interessante vegetatie met onder meer Geelgroene zegge en Liggende vleugeltjesbloem . Herten, reeën, kleine zwijntjes en konijnen leven in het bos. Ze komen regelmatig op bezoek in de ongerepte tuin van Helena. Herhaaldelijk ziet ze er broedvogels een plek veroveren. Helena kijkt geïntrigeerd vanaf haar bank. Ze heeft altijd een verrekijker naast zich staan om deze vliegende wonderen der natuur beter te kunnen bekijken. Ook een heel dik vogelboek heeft ze bij de hand, om zo af en toe op te kunnen zoeken wat voor gevleugelde passanten er zich in haar hof bevinden. Dagvlinders dwarrelen zomers om haar heen. Allerlei insecten gonzen een nocturne. Eén keer per jaar wordt de muur van haar serre helemaal zwart. Miljoenen, misschien wel miljarden mieren komen uit de grond, bevolken de muur en vliegen uit. Een spannend schouwspel, waar Helena iedere keer weer vol spanning naar gaat zitten kijken. De natuur heeft haar hart talmend geruisloos aangeraakt.

De vertrouwde bank maakt zomers plaats voor een oranje, rood met gele hangmat. Deze hangt tussen een fijnspar en een snelgroeiende Amerikaanse eik, die ooit gepoot zijn door haar vader.

Als klein meisje verhuisde ze naar een groot herenhuis met een enorme tuin. Aan de rand van de stad met uitzicht over weidegronden, sloten, boomgaarden en in de verte bossen. Haar vader kocht een spar, even groot als Helena. Samen hebben zij hem voor het huis in de tuin geplant. De boom werd (evenals zijzelf) door haar vader heilig verklaard. Al op 16-jarige leeftijd sloeg Helena haar vleugels uit naar onbekende oorden. Inmiddels was de spar ver boven het huis uit gegroeid, het licht verduisterend. Er werd niet getreurd om de planten en bloemen die door de schaduw van deze boom een stille dood vonden. De tuin met de boom werd de boom met zijn tuin.

Haar egocentrische levenshouding en hoogmoed hebben veel vernietigd en Helena afgesloten van de wereld..

Ze voelt nu de natuur…. … deze is majestueus, nederig, zij draagt en volhardt.

Helena wordt zich langzaam bewust van de allegorie, zucht en……….expireert.

 

Loneliness in Abundance

 

She was a beautiful, arrogant woman — drawn to control, power, and drama.
As her outer beauty faded, so did her persuasive strength.
Manipulation, seduction, and deceit had ultimately led her into isolation.
Once a destructive, narcissistic Helena now sits on the couch —
her movements slow, her body weary, her spirit dulled by loneliness and depression.

For years, the couch has been her closest friend.
No one knows her better than this orange corduroy sofa.
From here, she sees her entire world:
the three cats — Figaro, Persua, and Brahms — visibly enjoying her company,
always close by, always loyal.

Her small wooden house stands deep in the forest,
surrounded mostly by rough pine woods.
Around 1850, much of it was cut down when the area became a military training ground,
leaving behind sand drifts, patches of heath, and little groves of birch and oak.
In the nearby clay pits, rare plants grow —
Yellow-green sedge, Winged pea, and others.
Deer, boars, and rabbits wander freely, often visiting Helena’s untamed garden.
Birds claim branches to nest in; Helena watches, fascinated,
a pair of binoculars always beside her.
A thick bird guide lies within reach, its pages worn from use.

In summer, butterflies dance around her,
and insects hum their nocturnal symphony.
Once a year, the wall of her conservatory turns black —
millions, perhaps billions, of ants rise from the earth,
scaling the wall before taking flight.
It’s a thrilling sight; Helena watches each year with childlike awe.
Nature has touched her heart — slowly, silently, and without asking permission.

In summer, her trusted couch gives way to an orange, red, and yellow hammock,
strung between a spruce and a fast-growing American oak —
both planted long ago by her father.

As a child, she had moved to a grand estate with a vast garden
at the edge of the city, overlooking meadows, ditches, orchards,
and forests far beyond.
Her father bought a spruce, just as tall as Helena herself.
Together they planted it in the front garden.
The tree, like Helena, was declared sacred by her father.

At sixteen, Helena spread her wings and left for distant places.
By then, the spruce had outgrown the house,
its shadow swallowing the light.
No one mourned the plants and flowers that quietly died beneath its darkness.
The garden with the tree had become the tree with its garden.

Her self-centered pride and arrogance had destroyed much —
and shut her off from the world.

Now, at last, she feels nature.
It is majestic, humble, enduring, and forgiving.

Slowly, Helena becomes aware of the allegory,
sighs softly —
and exhales her final breath.

 

 

 

 

 

Moeder.
 
86 jaar, slecht ter been, armen nauwelijks kunnen gebruiken, niet kunnen kauwen, 45 jaar diabeet. Ze vraagt mij of ik het nieuws al gehoord heb, zo erg.
Nou NEE, of misschien…!!??
Wat ? Is er iemand dood ? Jeetje wat kan er nu weer aan de hand zijn ?
Ze is 4 kilo aangekomen.
Dit moet ik even verwerken. M’n hart zat niet meer op de juiste plaats. Oh god, die stem was zo onheilspellend.
.
Serieus ? Dit is het vreselijke nieuws ?
Wat gaat er allemaal door me heen ?
- WTF !!!
- Hoe durf je !!!
- Er zijn mensen met echte problemen.
- Jonge mensen
- Hoe werkt jouw brein ?
Er komt wat gegrom uit m’n keel. Ze gaat onverstoorbaar door, hoe erg dit wel niet is. Ze was zo blij “slank” te zijn.
Ik zeg nog steeds niets, maar de gedachten schieten overal heen….
- Slank ?
- Waar heb je het over !!?
- Je bent 86 jaar !!
- Niet dik, nooit geweest.
- Gewoon 86 jaar.
- Ze doet alsof ze een schoonheid is van een jaar of 30.
- Word ik ook zo maf ?
- Ik voel me geïrriteerd.
Rustig zeg ik (ja, echt rustig); “Ma je bent 86 jaar. Wees blij dat je niet broodmager bent.”
De volgende dag zit ik mijn auto. Zoals altijd de muziek oorverdovend hard. Lekker mee te blèren en als het even kan swingen. Reclame……even zacht zetten.
Weer komt die gekke moeder van me op m’n netvlies.
Hoe zit dit met mij ? Ook ik word ouder. Ze zeggen dan middelbare leeftijd. Brrrrrrrr. Natuurlijk mijn lichaam is ook niet meer wat het eens was.
Hoe voel ik me ? Tja, eerlijk gezegd nog steeds een meisje. Zoveel levenservaringen, maar nog steeds een stout, gek, maf en soms ook serieus meisje.
Zal dat ooit veranderen ? Dat denk ik niet. Dat meisje had dan allang verdwenen moeten zijn.
Goh, waarom zou dat bij mijn moeder dan anders zijn ?
 

Mother.

 

86 years old, barely able to walk, arms that hardly move, unable to chew, 45 years diabetic.
She asks me if I’ve heard the terrible news.
“Well, no… maybe? What happened? Did someone die?”
God, that tone in her voice — so dramatic.

She’s gained four kilos.

I need a moment to process this. My heart isn’t where it used to be.
Seriously? That’s the “terrible news”?
What runs through my head?

  • WTF!!!

  • How dare you!!!

  • There are people with real problems.

  • Young people!

  • How does your brain even work?

A low growl escapes me. She keeps talking, completely unbothered, about how awful it is — she was so happy to be “slim.”
I still say nothing, but my thoughts are racing...

  • Slim?

  • What are you talking about?

  • You’re 86!

  • Not fat, never have been.

  • Just... 86.

  • She acts like she’s a thirty-year-old beauty queen.

  • Will I go this crazy too?

  • I’m annoyed.

Calmly I say (yes, really calm):
“Mom, you’re 86. Be happy you’re not underweight.”

The next day I’m in my car, music blasting, singing along, dancing a little.
Commercial break — I turn it down for a second.
And there she is again, that strange mother of mine.

How about me? I’m getting older too. Middle-aged, they call it — brrrr.
Sure, my body isn’t what it once was.
But how do I feel? Honestly, still like a girl.
So much life experience — yet still that mischievous, funny, sometimes serious girl.

Will that ever change? I don’t think so.
If she was ever going to disappear, she would have long ago.
So why would it be any different for my mother?